“Het is een utopie te denken dat de strijd tegen de misdaad ooit eindigt. Wel staan wij er elke dag voor op om het kwaad te stoppen”. Marten Veenstra, rechercheur Amsterdam (van 1915 – 1955). Veenstra vertrouwt kort voor zijn dood (1963) 20 spraakmakende zaken uit zijn politietijd aan het papier toe. 

Die gaan bijna verloren, ware het niet … dat bijna 60 jaar later zijn jongste kleindochter die vergeelde map met uitgetypte velletjes onder ogen krijgt. Op de laatste pagina leest ze zijn laatste zin: ‘misschien doet iemand hier ooit nog wat mee’. Er verschuift iets in haar hart. “Ja, ik doe het!”. En nu kunt u de avonturen ook meebeleven. 

“Sfeervolle verhalen, over insluiping, afpersing, overval, moord en geraffineerde vervalsing, met geslepen boeven en wakkere rechercheurs in de hoofdrol. Die agent met kraagnummer 1218, eersteklas speurder, was misschien wel een recherche-pionier. Zo iemand verdient een boek. 

Dat is er nu”. Peter R. de Vries, misdaadverslaggever “Wat een geluk! Een Amsterdamse rechercheur, die volop participeerde in de professionalisering van de opsporing tussen de twee wereldoorlogen, blijkt zijn ervaringen in de grote zaken van zijn tijd te hebben opgeschreven, onopgesmukt en met oog voor detail van politiewerk en criminaliteit. En nog spannende lectuur ook”. 

Guus Meershoek, lector politiegeschiedenis De samensteller Monique (Moos) Veenstra, kleindochter (1964): “Karakter maakt de man. Autoriteit zonder machtsmisbruik, daar snakt de wereld naar in 2020. Ik zie in mijn grootvader een rolmodel om ons aan te spiegelen”.